Kwart over negen ’s ochtends.
Maarten en ik hebben afgesproken in zijn werkdomein; de keuken van Welgelegen. Hij moet alleen eerst nog even op pad voor wat boodschappen.
Prima, ik wacht en geef mijn ogen vast de kost.
De keuken. Voor mij vooral een pleisterplaats voor koffie, een vluchtige blik in de pannen en een praatje, maar vanochtend blijf ik. Mét permissie.
Want wat gebeurt hier nu zoal?
Nou, een hele hoop. Ik schets u het plaatje;
In het restaurant aanschouw ik de restanten van het ontbijt dat onze hotelgasten vanmorgen vroeg al kregen opgediend.
Het brood. Dit wordt zelf gebakken, zo ook vanochtend. Sterker nog; voor mij, op het werkblad, rijst het deeg inmiddels al letterlijk de pan uit!
Lunch. Want om 12:00uur schuiven de dagbestedingsgasten aan voor een broodmaaltijd met iets warms. Er moeten dus tafels worden gedekt.
De soep staat al op het vuur. En in de tijd die overblijft (ja, het is multitasking in zo’n keuken) worden de voorbereidende werkzaamheden verricht. Vandaag bijvoorbeeld, zijn dat de handgemaakte bonbons voor de verkoop.
Er werken 9 (jong) volwassenen in de keuken. In wisselende diensten.
Maarten en zijn collega’s zijn vanochtend om 8:00uur gestart. Om 14:00uur vanmiddag worden zij afgelost door een nieuwe groep. Zij gaan aan de slag gaan voor de herbergavond (de sociale maaltijd die tweewekelijks plaatsvindt, red. ) Dat doet Maarten ook; op dinsdag. ‘Dan snijden we de groenten voor het eten van die avond.’
Maarten is een opgeruimd man en dat komt hem in de keuken goed van pas. Hij vindt het juist wel fijn werk om te doen.
Schoonmaken, de vaatwasser vullen, het ontbijt, de bar bijvullen; geen probleem voor hem.
Vanochtend gaat hij aan de slag met het brood. De boodschappen zijn inmiddels gehaald en opgeborgen, nu tijd voor het echte handwerk.
En ik? Ik verkeer in de luxe positie om gezellig toe te kijken en te vragen. En terwijl het deeg onder zijn handen steeds vastere vormen aanneemt hebben we het over van alles en nog wat. En natuurlijk over hem en het werk in de keuken.
‘We bakken drie soorten brood: wit, bruin en brioche brood. Die laatste is een wat zoeter brood.’ Hij legt me uit hoe het deeg wordt verdeeld en afgebakken en wijst me op de materialen die ze daarvoor gebruiken.
‘Vroeger deed ik administratief werk. Dat heb ik 14 jaar gedaan.’ Ben, de chef, die het deeg inmiddels heeft goedgekeurd, geeft ons toestemming om daarover na de pauze nog even door te praten. Het deeg wordt dus netjes afgedekt en het werkblad afgenomen. Tijd voor koffie. Nou ja, voor Maarten water, want koffie lust hij niet. ‘Ik drink sowieso te weinig. Ben wijst me er dan op dat ik dat niet moet vergeten.’
Iederéén hier heeft iets”
– Maarten Ros –
Een interview geven vindt hij spannend. ‘Nieuwe mensen en nieuwe dingen maken me vaak gespannen.’ Dat ik hem toch mag interviewen is dus een persoonlijke overwinning en voor mij daarmee een enorme eer.
Nadat er plotseling een eind komt aan zijn administratieve baan is hij 3,5 jaar zonder werk. Niet dat hij dan helemaal niets om handen heeft, want elke vrijdagavond staat hij achter de bar bij jeugdsoos de Meerpaal in Katwijk. ‘Dat doe ik al 21 jaar.’ Daarnaast is hij elke maand te vinden bij de bingo, georganiseerd voor ouderen. In zijn vrije tijd draait Maarten graag muziek (pop en dance) en verzamelt hij cd-s.
‘Af en toe ga ik naar een beurs in Utrecht om nieuwe te kopen.’
Daarnaast is hij een liefhebber van films. Alles, behalve horrorfilms eigenlijk. En hij koopt graag Engelse filmbladen. ‘Vanwege de mooie vormgeving.’ Zijn moeder, inmiddels 81 jaar, woont boven hem. ‘Ik op de zevende en zij op de achtste verdieping. Ik ben veel bij mijn moeder, we eten ook altijd samen.’ Waar het kan helpt hij haar bij haar huishouden en haalt hij boodschappen. Druk genoeg dus. En dan ook nog de Herberg.
Hoe is dat gegaan?
Bij het opengaan van de Herberg in 2015 meldt hij zich aan als vrijwilliger. Nu werkt hij, middels een indicatie voor dagbesteding, twee dagen in de week hier in de keuken. Daar is hij nog altijd blij mee. ‘Sollicitatiebrieven schrijven; het vinden van een geschikte baan, het is lastig. Ik val eigenlijk overal tussen.’ Een te hoog werktempo kan Maarten niet goed aan. In de keuken van de Herberg voelt hij zich daarom beter op zijn plaats.
‘Het werk past goed bij mijn beperking en iederéén hier heeft iets. Het is fijn dat ze er vanaf weten. Vooraf heb je daar ook een gesprek over. En wanneer het niet gaat, kun je even weglopen. Of Ben ziet het aan me en zegt dan dat ik even rustig aan moet doen.’
Met zijn collega’s kan hij goed opschieten. Al vindt hij het best moeilijk om dingen uit te spreken naar mensen. Hij is niet zo’n prater op dat gebied. Toch hebben wij ondertussen al heel wat afgekletst en is hij heel open geweest. Dat verbaast hem zelf ook.
‘Ik heb meer verteld dan normaal en eigenlijk vond ik het wel leuk om te doen.’ Fijn om te horen Maarten.
En terwijl hij alweer voor de volgende klus wordt gevraagd sluiten we af, mét een compliment.
En ik kom snel weer eens om de hoek kijken.
Ook voor een kop koffie uiteraard….