skip to Main Content

We spreken elkaar begin augustus. De nieuwe aanwinst, die dan nog komen moet, is ons eerste gespreksonderwerp; de bus!

Met het ‘ ter perse gaan ’ van dit interview, vernietigen we dan ook subiet de foto genomen bij de dan nog ‘slechts’, auto waarmee de gasten van de dagbesteding worden opgehaald. Met trots schieten we een nieuw plaatje. Willem van der Meij, 64 jaar en bewoner van het ‘nieuwe dorp’ Duijfrak in Valkenburg is vandaag aangeschoven voor een interview. In zijn reactie op mijn uitnodiging is hij enigszins gereserveerd. ‘Ik weet niet of ik wel genoeg te vertellen heb [..] ’  We maken een afspraak, waarbij ik vooraf een tijdsduur van een half uur tot drie kwartier aangeef; eentje die veelal ruimschoots overschreden wordt en zo ook deze keer. Om maar even aan te geven dat iedereen een verhaal te vertellen heeft…

‘Het verhaal’

Het verhaal van Willem, één van onze vaste chauffeurs van de dagbesteding, is die van een hobby-fotograaf die zijn zinnen zette op een baan als marine fotograaf. De dienstplicht kondigt zich aan, maar Willem gaat liever niet in dienst. Moet het toch, dan bij de marine en zeker niet bij de landmacht. En zo geschiedde. Hij wordt opgeleid tot brandweerman en hij tekent bij. Met een hobby in de fotografie doet er zich dan een kans voor om marine fotograaf te worden; een speciale dienst binnen de marine. Voor wie nooit heeft geweten van het bestaan van de functie; ik was ook verbaasd. Enigszins wat bleu vraag ik hem uit over de inhoud van deze functie. ‘Waar maakt een marine fotograaf dan precies foto’s van?’

Alles wordt gefotografeerd. Van luchtfoto’s tot het maken van de pasfoto’s van de mariniers bijvoorbeeld.’

Ja, klinkt logisch. Ik vraag hem of het gelukt is zijn ambitie te vervullen, al voorvoel ik een negatief antwoord vanwege de toevoeging: ‘ zou ’.

Bij een fout antwoord is het enkele reis terug.

‘Ik moest eigenlijk papieren voor de fotovakschool hebben en die had ik niet. Willem heeft LTS gedaan, in de richting metaal en constructie. Hij krijgt daarom twee extra keuringsdagen en moet twee dagen meelopen met de fotograaf in functie. De beste man geeft Willem twee vragen. Bij een fout antwoord is het enkele reis terug. Willem weet de vragen juist te beantwoorden en mag aansluitend zijn kennis in de praktijk laten zien; inclusief de afwikkeling in de doka. Ook hiervoor slaagt hij met vlag en wimpel.Maar, dan gooit een medewerker van het gemeentehuis (destijds nog gevestigd in het pand aan de hoofdstraat) roet in het eten. Op de benodigde papieren staat een korte notitie over een ophanden zijnde huwelijk. Willem en zijn – nu – vrouw hadden geïnformeerd naar de mogelijkheden en dit blijkt vastgelegd. Een krabbel die overgaat in een grote streep. Een streep door zijn aanstelling als beroepsfotograaf. De Marine vindt het, met een huwelijk op komst, niet sociaal verantwoord  hem aan te stellen. ‘Zo ging dat toen.’

Een grote teleurstelling dus en een wijziging in  koers. Willem gaat aan de slag op marinevliegkamp Valkenburg waar hij vier jaar werkzaam is bij de brandweer. Hij werkt als servicemonteur en aansluitend in de technische dienst bij een Chrysanten-stekkerij, waar hij verantwoordelijk is voor zo’n beetje alles. ‘Van koffieautomaat tot computeraansturing!’ Door overname wordt Willem na 23 jaar boventallig en hij gaat aan de slag bij Botermans techniek. Een misstap en val van een trapje bezorgen hem een blessure aan zijn kruisband en er wordt artrose geconstateerd. Willem krijgt een kunstknie, maar moet het daarna helaas doen met een functiebeperking van zijn knie.


 

Het contact met de mensen is erg leuk. Ze gaan je toch (her)kennen. “

                                                                                                                                                                                  – Willem van der Meij –


 

‘Mijn vrouw was als vrijwilligster aan de slag gegaan bij de Herberg en zodoende ben ik ook eens gaan praten.’ Willem vindt zo de weg naar Welgelegen en wordt aangesteld als chauffeur. ‘Het contact met de mensen is erg leuk. Ze gaan je toch (her)kennen. Regelmatig vraag ik de hr. van der Spijk of hij al naar huis wil of het rondje met de andere gasten mee wil rijden. Als we dan samen zijn komen de verhalen.  Je moet ook wel alert blijven hoor. Zo stapte één van de gasten, die ik plaats had laten nemen in de auto, aan de andere kant alweer uit. Daar ben je in het begin natuurlijk helemaal niet op bedacht.’ Tussen de ritten door schuift Willem altijd even aan bij de groep. Samen een kop koffie drinken, een praatje. Het werk bevalt hem goed en ik kan het me voorstellen.

Onze gasten voelen zich vast heel vertrouwd bij jou!

 

Christine van der Meij

Back To Top